Borstvoeding en flesvoeding.

Borstvoeding is de beste voeding voor een baby. Maar niet iedereen kán of wíl borstvoeding geven. Wij vinden het belangrijk dat jullie een keuze maken waar jullie zélf volledig achter staan. Hieronder geven we kort informatie over borst- en flesvoeding. Hebben jullie nog vragen of blijven jullie met twijfels rondlopen over de voeding, bespreek deze dan gerust met ons.

Borstvoeding.
Het advies is om minimaal zes maanden volledig borstvoeding te geven.
Borstvoeding heeft zowel voor de moeder als voor de baby voordelen.

Voor de baby is het de meest natuurlijke voeding die er is. De eerste zes maanden bevat moedermelk alle voedingsstoffen die een baby nodig heeft. En het grote voordeel wat moedermelk heeft ten opzichte van flesvoeding, is dat er antistoffen van de moeder inzitten. Deze antistoffen beschermen de baby tegen ziektes. Tevens zorgt dit voor een betere opbouw van het immuunsysteem van de baby. Allergieën komen duidelijk minder vaak voor bij kinderen die (zes maanden volledig) borstvoeding gehad hebben. Verder spelen de vetzuren in moedermelk een rol bij de rijping en ontwikkeling van de hersenen.

Bij een moeder die borstvoeding geeft zie je dat een baarmoeder na de bevalling sneller slinkt en het bloedverlies vaak wat minder lang duurt. Ook zie je dat moeders die zelf voeden vaak sneller afvallen na de bevalling. Zelf voeden lijkt ook een kleinere kans op ontwikkeling van borstkanker en eierstokkanker te geven.

Het geven van borstvoeding gaat niet bij iedereen even makkelijk. In de kraamtijd kan de kraamverzorgster jullie helpen met tips en adviezen. Verder kan je altijd de hulp van een lactatiekundige inschakelen. Zij kan bij jullie thuis langs komen om mee te kijken en jullie te ondersteunen.
Ook kan het zinvol zijn om al tijdens de zwangerschap een borstvoedingscursus te volgen.
Kijk voor meer informatie over borstvoeding eens op: http://www.borstvoeding.nl
en voor een lactatiekundige op: http://www.metdeborstvooruit.nl

Flesvoeding
Wil of kan je geen borstvoeding geven, dan is flesvoeding een goed alternatief. Er zijn verschillende soorten voeding te krijgen. Zo is er de normale zuigelingenvoeding, maar ook speciale voeding voor hongerige baby’s, voor kinderen met allergieën, voor kinderen met krampjes en voor kinderen die veel spugen. Ga nooit zomaar over op een andere voeding, maar overleg dit eerst met ons of het consultatiebureau.
Ook bij het geven van flesvoeding kan je tegen problemen aanlopen. Zo moet je soms even zoeken voordat je een fles of speen hebt gevonden waarmee de baby het beste drinkt. Stel je vragen hierover gerust aan de kraamverzorgster of aan ons.
Net als bij borstvoeding, is bij flesvoeding het lichaamscontact en de persoonlijke aandacht belangrijk voor het goed verlopen van de voedingen. Probeer rustig de tijd te nemen voor een voeding en zoek een rustig plekje uit. Zeker in het begin is het af te raden jullie kind door veel verschillende mensen te laten voeden.

Nog vragen? Stel ze